Bij de presentatie van de waardegegevens spelen een aantal zaken een rol. Deze worden onderstaand kort toegelicht.
Factoren:
Er zijn twee soorten factoren, die de waarde van een schilderij beïnvloeden:
1. objectieve factoren: naam van de schilder, grootte en soort schilderij,
2. subjectieve factoren: authenticiteit, kwaliteit/conditie en kunstzinnigheid van het schilderij en het oeuvre van de schilder.
Lijst van kunstschilders
Het betreft Nederlandse en bij Nederland betrokken kunstschilders, bijvoorbeeld door geboorte of een lang(er) verblijf in Nederland.
De keuze is soms arbitrair.
Actieve schilders zijn om privacy redenen niet opgenomen.
Grootte schilderij
Met de grootte van een schilderij wordt bedoeld de afmetingen van lengte plus breedte zonder lijst in cm.
Categorieën schilderijen
Gemakshalve zijn de diverse soorten schilderijen ingedeeld in 4 categorieën, er van uitgaande dat de waarden van de in een categorie ingedeelde soorten schilderijen ongeveer onderling vergelijkbaar zijn:
cat. 1: olieverf, tempera, acryl, was en vergelijkbaar,
cat. 2: aquarel, gouache, collage, gemengd werk, ingekleurde tekeningen en vergelijkbaar,
cat. 3: tekeningen en vergelijkbaar,
cat. 4: grafisch werk in diverse vormen.
Over de categorieën 3 en 4 wordt geen informatie gegeven.
Waarde-100
Schilderijen hebben verschillende afmetingen. Een groot schilderij heeft meer waarde dan een klein schilderij.
In de literatuur worden diverse relaties gegeven tussen grootte en prijs, waaronder de lineaire verhouding (lengte plus breedte twee maal zo groot, waarde twee maal zo groot).
In deze website is gekozen voor de lineaire verhouding.
Geheel foutloos is deze verhouding niet, zeker bij grote en kleine schilderijen, maar gezien de mogelijke fouten in het systeem biedt de lineaire verhouding voldoende houvast.
Als basis- of standaardmaat is gekozen voor 100 cm. Deze maat is arbitrair.
Alle beschikbare waarden (hamerprijzen plus veilingkosten) zijn lineair toegerekend naar de grootte (lengte plus breedte zonder lijst) van 100 cm.
Uitschieters
Een uitschieter is in de statistiek en gegevensanalyse een waarneming, die niet bij de overige lijkt te passen. Meestal betreft het een van de gegevens, die relatief ver van de overige data verwijderd ligt (Wikipedia).
In de praktijk blijken uitschieters naar boven en naar beneden voor te komen.
Uitschieters naar beneden hebben te maken met minder kwalitatief werk en met mogeliijke vervalsingen. (Het is moeilijk tot onmogelijk om op basis van foto's van schilderijen vast te kunnen stellen op er sprake is van een vervalsing. De aanwijzing hiervoor is de zeer lage prijs).
Uitschieters naar boven kunnen veroorzaakt worden door incidenteel hoge prijzen, gemaakte fouten bij het verwerken van de gegevens en door hele kleine of hele grote werken, waarvoor de benaderingswijze van 'de lineaire verhouding" eigenlijk niet toepasbaar is.
Correctie van uitschieters
Uitschieters worden vastgesteld op basis van een statische analyse van de waarde-100 gegevens.
Hiervoor gelden de verhoudingen tussen de betreffende waarneming (omgerekend naar waarde-100) met de gemiddelde waarde-100 (mediaan) en met de onder- en bovengrens van het waardebereik (verspreidinsgebied).
Uitschieters naar onderen worden gezien als vervalsing en worden niet opgenomen in het waarde-100 bestand en uitschieters naar boven worden verlaagd naar een acceptabel waarde-100 niveau.
Waardebereik
In de praktijk blijkt een grote spreiding in waarden-100 op te treden.
Schilderijen zijn niet altijd even mooi, de kwaliteit verschilt en/of de authenticiteit is niet altijd even zeker.
Het waardebereik omvat het verspreidingsgebied van de meest voorkomende waarden-100, circa 80 %.
Aan de bovenzijde bevinden zich de topwerken met min of meer museale kwaliteit, of wel de beste werken die door de kunstschilder zijn geschilderd.
Aan de onderzijde bevinden zich de schilderijen die 'niet gelukt' zijn (niet mooi of anderszins onvoldoende kunstzinnig), slechte kwaliteit en onvoldoende conditie of er is een verdenking van onvoldoende authenticiteit.
Gemiddelde waarde-100 (mediaan)
De spreiding van de waarden-100 is niet gelijkmatig.
Er komen met name naar boven 'uitschieters' voor, vaak bij Oude Meesters. Ook na correctie blijven deze waarde-100 aan de hoge kant.
Vanwege deze gecorrigeerde uitschieters is voor de gemiddelde waarde gekozen voor de mediaan.
De gemiddelde waarde-100 geeft in het algemeen meer inzicht in de waarden van schilderijen van een schilder dan de hoogste waarde-100.
Uitzonderingen hierop zijn sommige Oude Meesters en schilders met te weinig beschikbare prijzen.
Hoogste waarde-100 (topwaarde-100)
De verhouding tussen de hoogste waarde-100 en de gemiddelde waarde-100 (mediaan) is niet voor iedere kunstschilder hetzelfde. Deze waarde varieert, ook afhankelijk van het prijsniveau van de schilder.
Een betere uitdrukking zou zijn: de hoogst gevonden waarde-100, omdat, zeker bij een beperkt aantal schilderijen, de kans groot is dat het niet de werkelijk hoogste waarde-100 is.
De hoogste waarde-100 staat indicatief voor het belangrijkste topwerk van een schilder.
Subjectieve factoren van belang voor de waarde van een schilderij
Naast de objectieve factoren, zoals naam schilder en grootte en soort schilderij, zijn er voor niet-deskundigen een paar subjectieve factoren.
Deze zijn: authenticiteit, kunstzinnigheid en kwaliteit/conditie van het schilderij en plaats binnen het oeuvre van de schilder.
Korte toelichting:
authenticiteit: deze verloopt vanaf volledig zeker, al dan niet met echtheidsbewijs, via vrijwel zeker en met enige twijfel, naar onzeker en niet authentiek of wel vervalsing. De waarde loopt van hoog naar laag.
Bij een vervalsing spelen alleen kunstzinnigheid en kwaliteit. Het waardeniveau van een schilder speelt dan geen rol.
kunstzinnigheid: deze verloopt vanaf een echt topwerk, via topwerk, mooi kunstwerk, kunstwerk en aardig schilderij, naar onaardig en niet mooi schilderij (of welke kwalificaties dan ook).
Ook hier loopt de waarde van hoog naar laag.
Ook gerenommeerde schilders hadden wel eens 'een slechte dag' of moesten 'verkopen' om te kunnen leven.
kwaliteit/conditie: deze verloopt van in prima staat, via in goede en redelijke staat, naar licht of zwaar beschadigd. Ook hier loopt de waarde van hoog naar laag.
oeuvre: sommige schilders hadden perioden in hun schildersloopbaan, waar de prijzen beduidend hoger lagen dan in andere perioden.
Bij een niet-deskundige is dit niet altijd bekend.
Bijvoorbeeld: de schilderijen van Karel Appel uit het begin van de COBRA-tijd hebben een beduidend hogere waarde dan die uit de na-COBRA tijd,
de schilderijen van Piet Mondriaan uit zijn constructivistische periode worden beter betaald dan uit zijn expressionistische tijd.
Met name bij topmeesters in de hogere prijsklasse kan dit voorkomen.
Ook de kunstmarkt en de ligging van de schilder in de kunstmarkt kunnen een rol spelen. Soms is de kunstmarkt gunstig en soms minder gunstig. Voor een niet deskundige is dit moeilijk in te schatten.
Buiten de boven genoemde factoren kunnen andere zaken ook nog een rol spelen, zoals bijvoorbeeld:
- vrouwenportretten en schepen doen het beter dan religieuze onderwerpen,
- inheemse personen/gebeurtenissen uit de koloniale tijd liggen goed in de kunstmarkt,
- prijs/waarde stijgt als een schilder minder productief was,
- linnendoek is beter dan katoen,
- olieverf is (iets) duurder dan acryl,
- stillevens met bloemen zijn meer geliefd dan stillevens met vruchten of bloederige jachtstillevens,
- strandgezichten met kinderen, vlaggen en parasols doen het beter,
- zonnige landschappen zijn meer populair dan regenachtige taferelen,
- matig uitgevoerde anonieme portretten brengen niet veel op.
Algemene opmerking
Een goede beoordeling van de authenticiteit, de kunstzinnigheid en de kwaliteit van het schilderij is noodzakelijk om een juiste inschatting van de waarde/prijs te maken.
Er is wel eens geschreven, dat de waarde/prijs van een schilderij gemaakt wordt door de taxateur van het veilinghuis.
Mocht dat zo zijn, dan kunnen de waarden-100 gegevens u helpen te beoordelen of de door de taxateur vastgestelde richtprijs qua orde van grootte juist is.